News
Op 25 juli 2018 zijn de Implementatiewet vierde anti-witwasrichtlijn, het Uitvoeringsbesluit Wwft 2018 alsmede de Implementatieregeling vierde anti-witwasrichtlijn in werking getreden. Dit houdt in dat de gewijzigde Wwft vanaf heden van kracht is.
De kernverplichtingen van de Wwft blijven gehandhaafd, maar onder andere de inhoud van het cliëntenonderzoek is met de gewijzigde wet aangescherpt. Daarnaast zijn de definities UBO (Ultimate Benificiary Owner) en PEP (Politically Exposed Person) gewijzigd. Meer concreet betekent dit dat als geen UBO aanwezig is, een pseudo-UBO aangewezen moet worden. Verder geldt dat waar voorheen alleen sprake was van buitenlandse PEP’s nu ook sprake is van Nederlandse PEP’s, waardoor eerder sprake is van een PEP.
Ook dient een UBO-register te worden ingeregeld volgens de vierde anti-witwasrichtlijn. Echter inmiddels wordt al gewerkt aan de vijfde anti-witwasrichtlijn, waarin wijzigingen inzake het UBO-register worden voorgesteld. Het wetsvoorstel waarmee het veel besproken UBO-register wordt ingeregeld zal daarom pas begin 2019 worden ingediend bij de Tweede Kamer.
De vijfde-antiwitwasrichtlijn bevat naast de gewijzigde regelgeving omtrent het UBO-register, onder meer regelgeving ten aanzien van virtuele valuta’s. De vijfde anti-witwasrichtlijn dient uiterlijk in januari 2020 geïmplementeerd te zijn door de lidstaten.
De Wwft en lagere regelgeving blijven dus in beweging, hetgeen gevolgen kan hebben voor de procedures en processen die bedrijven hebben ingericht om aan deze regelgeving te voldoen. Het is dan ook zaak om deze ontwikkelingen goed in de gaten te houden en tijdig actie te nemen om compliant te blijven.