Inter­na­ti­o­na­le gege­vens­door­gif­te | Schrems II

Inven­ta­ri­sa­tie door­gif­ten essen­ti­eel voor con­ti­nu­ï­teit (inter­na­ti­o­na­le) bedrijfs­voe­ring

Wat is voor u van belang?


Schrems II

Prak­tijk

Uit­da­gin­gen

Dien­sten

Inter­na­ti­o­na­le door­gif­te van per­soons­ge­ge­vens na het Schrems II arrest

Op grond van hoofd­stuk V van de AVG die­nen orga­ni­sa­ties bij de door­gif­te van per­soons­ge­ge­vens bui­ten de Euro­pe­se Eco­no­mi­sche Ruim­te (EER) een door­gif­te-mecha­nis­me te gebrui­ken als legi­ti­me­ring. Hier­bij kan gedacht wor­den aan het con­trac­tu­eel over­een­ko­men van de model­be­pa­lin­gen van de EU (Standard Con­trac­tu­al Clau­ses) of aan het vast­stel­len en door de toe­zicht­hou­der laten goed­keu­ren van inter­ne bedrijfs­re­gels (Bin­ding Cor­po­ra­te Rules). Vóór het Schrems II arrest kon hier­voor tevens het EU-US Pri­va­cy Shield gebruikt wor­den.

In het Schrems II arrest is het Pri­va­cy Shield ech­ter ongel­dig ver­klaard. Daar­bij werd (kort­ge­zegd) geoor­deeld dat orga­ni­sa­ties, onge­acht het gebruik­te door­gif­te-mecha­nis­me, ervoor moe­ten zor­gen dat door­ge­ge­ven per­soons­ge­ge­vens in het land bui­ten de EER wor­den beschermd op een niveau dat in wezen gelijk­waar­dig is aan dat van de AVG. Voor de Ver­e­nig­de Sta­ten werd geoor­deeld dat dit (zon­der aan­vul­len­de maat­re­ge­len) niet het geval was.

Rela­ted items