Blog
Op 3 juli 2025 heeft de Tweede Kamer de Wet collectieve warmte (Wcw) aangenomen. Na behandeling door de Eerste Kamer, treedt de Wcw naar verwachting per 1 januari 2026 in werking en vervangt daarmee de huidige Warmtewet. Voor vastgoedpartijen is het essentieel om tijdig te anticiperen op meldplichten, eventuele aansluitverplichtingen en afstemming met gemeenten. Graag zetten wij de aandachtspunten voor u uiteen.
Warmtekavels en aanwijzing warmtebedrijven
De Wcw introduceert een landelijk kader voor collectieve warmtevoorziening, waarbij gemeenten zogeheten ‘warmtekavels’ aanwijzen: gebieden waar op termijn aardgasvrije warmte verplicht wordt. Per warmtekavel wijst het college van burgemeester en wethouders (het college) exclusief één warmtebedrijf aan voor aanleg, beheer en exploitatie van het warmtenet. Dit is doorgaans een partij met een publiek meerderheidsbelang. In de eerste tien jaar na inwerkingtreding kunnen bij uitzondering, indien geen publiek bedrijf beschikbaar is, ook private aanbieders worden aangewezen.
Verbod op levering zonder aanwijzing en uitzonderingen
Warmte leveren of transporteren zonder aanwijzing van het college van B&W is verboden, met uitzondering van:
- levering door verhuurders aan maximaal 20 huurders met een individuele aansluiting van maximaal 100 kilowatt;
- levering op basis van een bestaande leveringsovereenkomst waarbij de verhuurder, VvE of vergelijkbare rechtsvorm enkel doorlevert aan haar huurder of leden;
- een vrijstelling/ontheffing voor exploitanten van kleine collectieve systemen (<1.500 verbruikers) of verhuurders, VvE’s en vergelijke rechtsvormen, voor nieuwe situaties; en
- een ontheffing voor bestaande situaties vallend onder het overgangsrecht, mits binnen zes maanden na inwerkingtreding gemeld.
Aansluitplicht en aansluitrecht
Gebouweigenaren (waaronder begrepen verhuurders, VvE’s en vergelijkbare rechtsvormen) met gebouwen in een warmtekavel ontvangen verplicht een aanbod tot aansluiting, behalve in situaties waarin het technisch niet mogelijk is de leveringsaansluiting aan te brengen of de overige wettelijke taken van het warmtebedrijf daardoor in het geding komen. Zij kunnen het aanbod expliciet weigeren binnen de gestelde reactietermijn. Niet reageren geldt als stilzwijgende acceptatie. Gebouweigenaren zijn na acceptatie in beginsel minimaal drie jaar gebonden.
Gebouweigenaren krijgen daarmee recht op levering van warmte onder wettelijke bescherming. De vrije keuze voor warmtebedrijven vervalt in een zone na aanwijzing. Binnen de kavel geldt – behoudens de in dit artikel genoemde uitzonderingen – een leveringsmonopolie.
Tariefsystematiek
De Autoriteit Consumenten & Markt (ACM) stelt jaarlijks maximale warmtetarieven per kavel vast, op basis van een gecorrigeerd gasreferentietarief of kostengebaseerde systematiek. Deze maxima gelden rechtstreeks voor iedereen die warmte afneemt van het warmtebedrijf, inclusief doorleverende verhuurders en VvE’s. Voor de verhouding verhuurder-huurder geldt een nuance: verhuurders sluiten vaak zelf contracten met warmtebedrijven en rekenen kosten door via servicekosten. De tariefsystematiek van de Wcw geldt dus niet rechtstreeks in de verhouding verhuurder-huurder.
Meldplicht, vrijstellingen/ontheffingen en overgangsrecht
Verhuurders en VvE’s
Verhuurders en VvE’s die warmte zelfstandig willen leveren, zijn verplicht dit te melden (en zo nodig ontheffing te verkrijgen) waarna een vrijstelling of ontheffing voor de duur van dertig jaar verkregen kan worden. Bestaande leveringen door verhuurders en VvE’s worden gedurende dertig jaar gecontinueerd, mits binnen een half jaar na inwerkingtreding van de Wcw aangemeld. Significante wijzigingen moeten telkens opnieuw gemeld worden.
Kleine collectieve systemen
Ook kleine collectieve systemen (<1.500 verbruikers) moeten hun voornemen om warmte te leveren melden en krijgen een vrijstelling of ontheffing van het algemene verbod, voor een periode van dertig jaar. Voor bestaande warmtelevering op basis van kleine collectieve systemen geldt eveneens een meldplicht binnen een half jaar na inwerkingtreding, waarna een ontheffing voor de duur van dertig jaar volgt, tenzij er geen sprake is van een klein collectief warmtesysteem.
Bij overtredingen kan de ACM ingrijpen met dwangsommen of boetes.
Aandachtspunten voor vastgoedpartijen
- Ontwikkelaars: gemeenten krijgen de regie via aanwijzing van warmtekavels en warmtebedrijven. Tijdige afstemming met gemeenten wordt dan ook cruciaal.
- Verhuurders, VvE’s en vergelijkbare rechtsvormen:
- kunnen verplicht worden tot aansluiting bij een warmtenet binnen een kavel (mits niet-tijdig expliciet geweigerd);
- moeten eigen bestaande levering binnen een half jaar na inwerkingtreding melden om vrijstelling voor 30 jaar te behouden;
- moeten eigen nieuwe levering melden om vrijstelling of ontheffing te verkrijgen;
- zijn gebonden aan tarieven richting warmtebedrijf, maar niet rechtstreeks in de doorbelasting naar huurders – daar gelden de regels van het huurrecht en servicekosten.
- Huurders en kleinverbruikers: genieten tariefbescherming: rechtstreeks via de Wcw bij een individueel contract, indirect via het huurrecht bij doorlevering door de verhuurder.
De Wcw markeert het einde van contractuele vrijheid op dit vlak. Voor vastgoedpartijen is het essentieel om tijdig te anticiperen op meldplichten, eventuele aansluitverplichtingen en afstemming met gemeenten.
U kunt in geval van vragen of voor nadere informatie contact opnemen met Thérèse Fraai (06 13 87 28 16) en Tess Wurpel (06 52 46 58 27) van HVG Law.