Blog upda­te Vbar + Zelf­stan­di­gen­wet

Blog

Published 21 juli 2025 Reading time min Auteur Huub van Osch Labor & Employment

Deze blog is een upda­te van de blog “Nieuwe ontwikkelingen voor zzp’ers: aanpassing Wetsvoorstel VBAR en voorstel voor de Zelfstandigenwet”.

Sta­tus Vbar

Op 7 juli 2025 is het gewij­zig­de wets­voor­stel ‘Ver­dui­de­lij­king Beoor­de­ling Arbeids­re­la­ties en Rechts­ver­moe­den’ (Vbar) naar de Twee­de Kamer gestuurd. Deze lang­ver­wach­te stap mar­keert een belang­rij­ke ont­wik­ke­ling in het debat over schijn­zelf­stan­dig­heid en de bescher­ming van wer­ken­den met beperk­te onderhandelingsmacht.De inzet? Een hel­der en han­teer­baar wet­te­lijk toet­sings­ka­der om onder­scheid te maken tus­sen zelf­stan­di­gen en werk­ne­mers. Daar­mee beoogt de wet­ge­ver ener­zijds schijn­zelf­stan­dig­heid te bestrij­den en ander­zijds dui­de­lijk­heid te bie­den aan zelf­stan­di­gen, opdracht­ge­vers én toe­zicht­hou­ders over hoe arbeids­re­la­ties juri­disch beoor­deeld wor­den.

 

Twee hoofd­ele­men­ten: Werk­ne­mer­schap vs. Zelf­stan­dig­heid

De kern van de nieu­we Vbar-sys­te­ma­tiek bestaat uit twee hoofd­ele­men­ten die het juri­di­sche begrip ‘in dienst van’ uit arti­kel 7:610 BW nader invul­len:

  1. Wer­ken onder werk­in­hou­de­lij­ke en orga­ni­sa­to­ri­sche stu­ring (W)

Dit ele­ment duidt op het bestaan van een gezags­ver­hou­ding en daar­mee op werk­ne­mer­schap. Deze gezags­uit­oe­fe­ning kan zowel plaats­vin­den door het geven van instruc­ties en toe­zicht (mate­ri­eel gezag), als via de wij­ze waar­op het werk en de wer­ken­de zijn inge­bed in de orga­ni­sa­tie (for­meel gezag).

  1. Wer­ken voor eigen reke­ning en risi­co (Z)

Dit ele­ment wijst op zelf­stan­dig onder­ne­mer­schap. In dat geval draagt de wer­ken­de zelf de eco­no­mi­sche risico’s en han­delt hij onaf­han­ke­lijk van orga­ni­sa­to­ri­sche aan­stu­ring. Een belang­rij­ke wij­zi­ging ten opzich­te van eer­de­re ver­sies van het wets­voor­stel is dat extern onder­ne­mer­schap nu niet alleen rele­vant is als er spra­ke is van een ‘gelijkspel’-situatie. Het kan dus al in een eer­der sta­di­um mee­we­gen in de beoor­de­ling. Daar­mee komt de wet­ge­ver tege­moet aan de recen­te Uber-uitspraak.De klas­sie­ke drie­de­ling van de W-Z-OP-toets is hier­mee ver­la­ten. In plaats daar­van vindt de beoor­de­ling plaats aan de hand van een com­bi­na­tie van de W-toets en een Z-con­tra­toets, waar­bij con­cre­te indi­ca­ties in de con­text van de spe­ci­fie­ke arbeids­re­la­tie lei­dend zijn voor het juri­disch oor­deel of spra­ke is van een arbeids­over­een­komst of van zelf­stan­dig werk.

 

Rechts­ver­moe­den

Een belang­rij­ke nieu­we bepa­ling in het wets­voor­stel is de intro­duc­tie van een rechts­ver­moe­den van het bestaan van een arbeids­over­een­komst op basis van het gehan­teer­de uur­ta­rief. Dit ver­moe­den treedt in wer­king wan­neer de wer­ken­de een uur­ta­rief han­teert dat lager ligt dan €36 (peil­da­tum 1 janu­a­ri 2025). Dit bete­kent niet dat auto­ma­tisch een arbeids­over­een­komst ont­staat. Het betreft een weer­leg­baar ver­moe­den.

Belang­rijk is dat dit rechts­ver­moe­den enkel civiel­rech­te­lij­ke wer­king heeft. Het geldt uit­slui­tend tus­sen de wer­ken­de en de werk­ge­ven­de en kan dus niet zelf­stan­dig wor­den inge­roe­pen door der­den, zoals de Belas­ting­dienst, het UWV of de Arbeids­in­spec­tie. Daar­naast geldt het rechts­ver­moe­den niet in omge­keer­de zin: een uur­ta­rief boven de €36 biedt geen wet­te­lijk ver­moe­den van zelf­stan­dig­heid. Ver­der is het uur­ta­rief niet bedoeld als mini­mum­ta­rief voor zelf­stan­dig werk.

 

Inwer­king­tre­ding

De beoog­de inwer­king­tre­ding is 1 juli 2026. Dat laat betrok­ke­nen genoeg ruim­te voor voor­be­rei­ding.

 

Sta­tus Zelf­stan­di­gen­wet

De Zelf­stan­di­gen­wet heeft van 26 mei 2025 tot en met 23 juni 2025 ter con­sul­ta­tie gele­gen. Na ver­wer­king van de reac­ties zal het naar ver­wach­ting voor advies aan de Raad van Sta­te wor­den gezon­den. Nadat de Raad van Sta­te dit heeft gege­ven, kun­nen de indie­ners beslui­ten het voor­stel terug te nemen dan wel voort te zet­ten. Met het indie­nen van de Vbar bij de Twee­de Kamer zal dit nog span­nend wor­den.

Deze blog is geschre­ven door Anne Ker­k­laan, juri­disch mede­wer­ker en Huub van Osch, advo­caat bij HVG Law.

Meer weten over alles omtrent het onder­werp zzp? Klik dan hier!