Blog
In reactie op kamervragen (na signalen uit de praktijk) heeft de staatssecretaris twee structurele versoepelingen in het kwijtscheldingsbeleid aangekondigd met als ingangsdatum 1 juli 2025. Deze wijzigingen komen in aanvulling op de al bestaande Tijdelijke Instructie Saneringen (TIS).
Kwijtscheldingsbeleid
De Belastingdienst biedt ondernemers de mogelijkheid tot kwijtschelding van belastingschulden. Dit kan door middel van een buitengerechtelijk saneringsakkoord. Daarnaast bestaat de mogelijkheid de (fiscale) schulden te saneren via een formeel WHOA traject (Wet homologatie onderhands akkoord). In deze blog wordt alleen ingegaan op het buitengerechtelijk saneringsbeleid van de belastingdienst.
Belangrijkste voorwaarden voor kwijtschelding zijn:
- Het aangeboden akkoordbedrag is substantieel, zowel in absolute zin als in relatie tot de omvang van de belastingschuld.
- De Belastingdienst ontvangt minimaal een dubbel percentage van wat aan de concurrente schuldeisers wordt geboden.
- De onderneming moet na sanering levensvatbaar zijn, wat onderbouwd moet worden met een solide financieel plan of een deskundigenrapport.
- De ondernemer moet een akkoord sluiten met alle schuldeisers over gedeeltelijke betaling van de schuld, waarbij een uitzondering gemaakt kan worden voor zogenoemde dwangcrediteuren (zie hierna).
- Het aangeboden bedrag aan de Belastingdienst minstens gelijk moet zijn aan de verwachte opbrengst bij beslaglegging en executie.
- De ondernemer is te goeder trouw.
Bij toewijzing van het saneringsverzoek is uitgangspunt dat de ondernemer het saneringsbedrag ineens voldoet. Als dat niet mogelijk is, is een betalingsregeling voor de duur van 12 maanden mogelijk.
Nieuwe versoepelingen per 1 juli 2025
De Belastingdienst reageert met twee belangrijke wijzigingen op signalen uit de praktijk en vragen uit de Tweede Kamer. Deze wijzigingen zien op dwangcrediteuren en de betalingstermijn.
Dwangcrediteuren
Een dwangcrediteur kan buiten het saneringsakkoord worden gehouden. In de praktijk gebeurde het dat ondernemers een groot aantal of alle leveranciers als ‘dwangcrediteur’ aanmerkten en buiten het akkoord lieten. De Belastingdienst was hier kritisch op en stelde dan de eis dat slechts crediteuren die daadwerkelijk waren aangeschreven met een akkoordvoorstel en dit hadden afgewezen, als dwangcrediteur aangemerkt konden worden. De staatssecretaris verduidelijkt nu dat handelscrediteuren ook als dwangcrediteur aangemerkt kunnen worden als de ondernemer aannemelijk maakt dat deze crediteur niet bereid is mee te werken met het saneringsvoorstel, terwijl zonder de betrokkenheid van deze handelscrediteur de voortzetting van de onderneming in gevaar komt.
Betalingstermijn
Per 1 juli 2025 mag de termijn voor voldoening van het saneringsbedrag ook langer dan 12 maanden zijn, mits voldoening ineens niet mogelijk is en de nakoming van het akkoord voldoende geborgd is. Een maximumtermijn is niet genoemd. Wel wordt opgemerkt dat een langere termijn om een betere onderbouwing vraagt.
Afsluiting
Voornoemde wijzigingen geven in aanvulling op de bestaande regelingen en de WHOA (Wet homologatie onderhands akkoord) meer mogelijkheden om tot een saneringsakkoord te komen.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Robin de Wit (HVG Law B.V.)