Belas­ting­dienst ver­soe­pelt kwijt­schel­dings­be­leid voor onder­ne­mers

Blog

Published 8 mei 2025 Reading time min Auteur Robin de Wit Insolvency & Restructuring

In reac­tie op kamer­vra­gen (na sig­na­len uit de prak­tijk) heeft de staats­se­cre­ta­ris twee struc­tu­re­le ver­soe­pe­lin­gen in het kwijt­schel­dings­be­leid aan­ge­kon­digd met als ingangs­da­tum 1 juli 2025. Deze wij­zi­gin­gen komen in aan­vul­ling op de al bestaan­de Tij­de­lij­ke Instruc­tie Sane­rin­gen (TIS).

Kwijt­schel­dings­be­leid

De Belas­ting­dienst biedt onder­ne­mers de moge­lijk­heid tot kwijt­schel­ding van belas­ting­schul­den. Dit kan door mid­del van een bui­ten­ge­rech­te­lijk sane­rings­ak­koord. Daar­naast bestaat de moge­lijk­heid de (fis­ca­le) schul­den te sane­ren via een for­meel WHOA tra­ject (Wet homo­lo­ga­tie onder­hands akkoord). In deze blog wordt alleen inge­gaan op het bui­ten­ge­rech­te­lijk sane­rings­be­leid van de belas­ting­dienst.

Belang­rijk­ste voor­waar­den voor kwijt­schel­ding zijn:

  • Het aan­ge­bo­den akkoord­be­drag is sub­stan­ti­eel, zowel in abso­lu­te zin als in rela­tie tot de omvang van de belas­ting­schuld.
  • De Belas­ting­dienst ont­vangt mini­maal een dub­bel per­cen­ta­ge van wat aan de con­cur­ren­te schuld­ei­sers wordt gebo­den.
  • De onder­ne­ming moet na sane­ring levens­vat­baar zijn, wat onder­bouwd moet wor­den met een soli­de finan­ci­eel plan of een des­kun­di­gen­rap­port.
  • De onder­ne­mer moet een akkoord slui­ten met alle schuld­ei­sers over gedeel­te­lij­ke beta­ling van de schuld, waar­bij een uit­zon­de­ring gemaakt kan wor­den voor zoge­noem­de dwang­cre­di­teu­ren (zie hier­na).
  • Het aan­ge­bo­den bedrag aan de Belas­ting­dienst min­stens gelijk moet zijn aan de ver­wach­te opbrengst bij beslag­leg­ging en exe­cu­tie.
  • De onder­ne­mer is te goe­der trouw.

Bij toe­wij­zing van het sane­rings­ver­zoek is uit­gangs­punt dat de onder­ne­mer het sane­rings­be­drag ineens vol­doet. Als dat niet moge­lijk is, is een beta­lings­re­ge­ling voor de duur van 12 maan­den moge­lijk.

Nieu­we ver­soe­pe­lin­gen per 1 juli 2025

De Belas­ting­dienst rea­geert met twee belang­rij­ke wij­zi­gin­gen op sig­na­len uit de prak­tijk en vra­gen uit de Twee­de Kamer. Deze wij­zi­gin­gen zien op dwang­cre­di­teu­ren en de beta­lings­ter­mijn.

Dwang­cre­di­teu­ren

Een dwang­cre­di­teur kan bui­ten het sane­rings­ak­koord wor­den gehou­den. In de prak­tijk gebeur­de het dat onder­ne­mers een groot aan­tal of alle leve­ran­ciers als ‘dwang­cre­di­teur’ aan­merk­ten en bui­ten het akkoord lie­ten. De Belas­ting­dienst was hier kri­tisch op en stel­de dan de eis dat slechts cre­di­teu­ren die daad­wer­ke­lijk waren aan­ge­schre­ven met een akkoord­voor­stel en dit had­den afge­we­zen, als dwang­cre­di­teur aan­ge­merkt kon­den wor­den. De staats­se­cre­ta­ris ver­dui­de­lijkt nu dat han­dels­cre­di­teu­ren ook als dwang­cre­di­teur aan­ge­merkt kun­nen wor­den als de onder­ne­mer aan­ne­me­lijk maakt dat deze cre­di­teur niet bereid is mee te wer­ken met het sane­rings­voor­stel, ter­wijl zon­der de betrok­ken­heid van deze han­dels­cre­di­teur de voort­zet­ting van de onder­ne­ming in gevaar komt.

Beta­lings­ter­mijn

Per 1 juli 2025 mag de ter­mijn voor vol­doe­ning van het sane­rings­be­drag ook lan­ger dan 12 maan­den zijn, mits vol­doe­ning ineens niet moge­lijk is en de nako­ming van het akkoord vol­doen­de geborgd is. Een maxi­mum­ter­mijn is niet genoemd. Wel wordt opge­merkt dat een lan­ge­re ter­mijn om een bete­re onder­bou­wing vraagt.

Afslui­ting

Voor­noem­de wij­zi­gin­gen geven in aan­vul­ling op de bestaan­de rege­lin­gen en de WHOA (Wet homo­lo­ga­tie onder­hands akkoord) meer moge­lijk­he­den om tot een sane­rings­ak­koord te komen.

Voor meer infor­ma­tie kunt u con­tact opne­men met Robin de Wit (HVG Law B.V.)